Zijn en doen
Zijn en doen. In de maatschappij worden we beoordeeld op wat we ‘doen’. Op wat we hebben ‘bereikt.’ Overal kun je verhalen lezen over mensen die iets bereikt hebben. Er wordt iets ‘buitengewoon’ gepresteerd. Fervente media-volgers brengen de buitengewone prestaties onder de aandacht. Zonder er bij stil te staan, hebben we een beeld gevormd van wat het betekent iets bereiken door iets buitengewoon te doen. De voorpagina halen in tijdschriften en/of kranten kan een doel zijn geworden. Ik heb nog niemand de voorpagina weten te halen, gewoon omdat hij in het hier en nu leeft.
Grosso modo zijn we allemaal gevormd (misvormd) om in de doe-modus te leven, het is een gewoonte geworden. Het is heel moeilijk om af te kicken van het doen, er is altijd wel iets wat we moeten doen. Moeten?
Doen is actief, ondernemend, inspirerend. Niet-doen is passief, saai en niet-inspirerend. Wat voel jij bij ‘doen’ en ‘niet-doen?’ Welke gedachten schieten door je heen als je eraan denkt even niets te doen of zelfs voor een langere tijd niets te doen?
Sommigen antwoorden dat ze niet stil kunnen zitten, dat ze beweeglijk zijn, dat ze iets moeten doen, dat het niet in hun aard ligt om niets te doen, niets doen is passief en lui, niets doen brengt je niets op, niets doen is onmogelijk….
We zijn voortdurend aan het ‘doen, doen, doen.’ Het niet-doen gaat niet zozeer over ‘niets doen’, al kan dit een weg zijn naar ‘zijn’ in de meest complete betekenis van het woord.
In de zijnsmodus vertoeven is niet zo eenvoudig, omdat we niet meer stilstaan bij wat we allemaal doen op automatische piloot, in de zoveelste versnelling, gas geven en maar zelden op de rem staan.
Eigenlijk heb je slechts je innerlijke hulpbronnen aan te spreken om van doen naar zijn te schakelen. Je kunt het, alleen dien je zelf je innerlijke hulpbronnen naar boven te halen.
Stel dat je naar een evenement gaat, je merkt de drukte, de hectiek en het lawaai eromheen op. Je kunt je wel bewust zijn van je lichamelijke en emotionele gesteldheid, dat is de ‘zijnsmodus’ vanuit je waarneming. Je neemt waar in het moment, in het hier en nu. Je denkt niet aan straks of volgende week. Je erkent wat je waarneemt met al je zintuigen. Je accepteert dat je de drukte, de hectiek en het lawaai niet kunt veranderen. Vanuit die waarneming kun je een keuze maken om het evenement te verlaten of vanuit je waarneming er op een andere manier naar te kijken. Soms is de situatie zo dat je niet onmiddellijk een drukke plek kunt verlaten. De ervaring neem je mee waardoor je weet om geen drukke plekken meer te bezoeken, althans niet voor langere tijd.
Vanuit je zijnsmodus sta je de dingen toe zoals ze zijn. Soms veranderen dingen vanzelf zodra je ze niet meer probeert te veranderen en in andere situaties zijn ze zoals ze zijn.
Jung heeft hierbij een zeer interessante kijk. Hij stelt dat als we eerst iets moeten aanvaarden voor we het kunnen veranderen.
Stel dat je je neerslachtig voelt. Als je dit gevoel erkent, met de hoop dat het snel weer voorbij gaat, heb je het nog niet volledig geaccepteerd. En daar zit wel een lastig ding. Soms vragen klanten me wanneer ze van ‘iets afgeraken’. De vraag die ik je stel is wat dit ‘iets’ jou wilt vertellen, wat om erkenning en aandacht vraagt.
Door dat ‘iets’ waar je vanaf wilt een stem te geven, accepteer je wat dat ‘iets’ je laat ervaren. En dat leidt tot verandering. In het ‘zijn’ ontstaat rust, acceptatie en kalmte.
Inspirerende hartegroet
Mieke Box 45