Paragnost Eddie en Consulenten

Dieren luisteraar

Dieren luisteraar. Ik krijg regelmatig vragen rond dieren. Wat willen dieren hun baasjes, verzorgers vertellen? Kan dit wel, met dieren communiceren? Is dat niet iets wat we zo graag willen, ervan overtuigd dat dit toch niet echt kan, want dieren antwoorden niet zoals wij dat gewend zijn.
Iedereen die interesse heeft in het leren communiceren met dieren, kan dit. Je hoeft daar niet ‘paranormaal begaafd’ voor te zijn, want inmiddels weten we dat paranormaliteit een achterhaald begrip is. Iedereen is een spiritueel bronwezen. Herinneren dat we het allemaal zijn, is het belangrijkste, ongeacht hoeveel cursussen en trainingen je hierin zou willen volgen. In werkelijkheid kun je daar niets aan toevoegen. Het is het idee dat het niet voldoende is om je herinneren dat alles veel ingewikkelder maakt.
In het communiceren met dieren laat je elke idee en elk concept van wat je hebt geleerd in communicatie, los. Een dier voelt heel goed of je werkelijk interesse hebt of niet. En dat gaat precies zoals met mensen onder elkaar. Heb je werkelijk interesse in hoe ik me voel? Voel ik dat ik tijd van jou kan vragen of voel ik dat je gehaast bent, niet echt aanwezig bent, want je kijkt om de haverklap op je horloge. Nou, met dieren werkt dit precies op dezelfde manier.
Eigenlijk is dit het allerbelangrijkste in het communiceren met dieren. Oprecht belangstelling tonen en verwachtingen loslaten. Sommige dieren kletsen de oren van je lijf, andere dieren zijn eerder ingetogen. Dieren zijn wie ze zijn, probeer hen maar eens te veranderen. De boodschap van dieren is: heel eenduidig: ‘accepteer me zoals ik ben’. Wij mensen, maken daar heel veel drama’s rond, gaan in therapie, zoeken allerlei oplossingen om ons geaccepteerd te voelen in wie we zijn. Maar het gaat nog veel dieper: we zijn helemaal niet zoals we zijn. We hebben ons alleen geconformeerd aan verwachtingen en we identificeren ons met alles waarvan we denken die we zijn.
Dieren doen dit niet. Dieren ZIJN hun totale essentie.
Dat we ook in het communiceren met onze dieren wel eens twijfelen aan wat ze ons vertellen, is menselijk. Daarom zijn we ook mens.
Ik herinner me anekdote waarbij het verschil tussen mens en dier een perfect voorbeeld van is. Dieren hebben een zeer sterk ontwikkeld instinct, dat wij al langer niet meer hebben. We zijn gecultiveerd en aangepast.
Ons lieve kater, Casper, liep heel onrustig heen en weer in de woonkamer. Hij liep miauwend naar met toe met een wel op dat moment vreemde boodschap. Casper is niet van de vele boodschappen, in tegenstelling tot ik blijkbaar, die nogal eens veel woorden zou gebruiken.
De interactie verliep in een razendsnel tempo, althans in mijn beleving.
Onrustig heen-en weer lopend seinde hij snel, snel, er zit een muis in het gordijn’, waarop ik hem terug seinde in woorden waar die muis dan wel in het gordijn zat. Een muis in huis? En in dit gordijn. Ik ben nu niet zo gek op muizen, maar Casper des te meer.
Als een bange muis, schudde ik heel voorzichtig aan het gordijn, maar ik zag helemaal geen muis.
Ik seinde terug in woorden ‘Caspertje, er zit helemaal geen muis in het gordijn’. Met grote ogen keek hij me aan met een blik ‘nou zeg, ik weet toch wel wat ik ruik en zie’ en seinde nog even onrustig van hot naar her lopend ‘ Jawel, er zit wél een muis in het gordijn’.
Casper hield zijn poten stijf en bleef doorgaan. Nou, zou het? Zou daar misschien tussen de fijne plooien van het gordijn een ietsieminiemuis verborgen zitten?
De moed in twee handen nemend seinde ik telepathisch me te tonen waar hij die muis met zijn scherpe zintuigen zag.
Ondertussen sprong Casper op de bank en nam ik heel snel een vaas en een Boeddhabeeldje weg. Te laat, het Boeddhabeeldje lag zieltogend zonder kop op de grond, maar daar trok Casper zich helemaal niets van aan. De muis vinden was hoofdzaak.
Casper ging zo fel tekeer dat ik toch nog even heel snel en wel fel dat hele gordijn door elkaar schudde en ja hoor, wat floepte uit de gordijn? Miss Muis.
In volle vaart zette Casper de achtervolging in, zette ik vliegensvlug de deur van de woonkamer open zodat het arme bange muisje kon ontsnappen. Zo snel Casper is, lukte het niet om de deur nog sneller te sluiten.
Ik zag het muisje in een mum van tijd verdwijnen en ik was opgelucht. Casper gaf nog niet op en bleef snuffelend zoeken naar de ontsnapte muis. Hoe ik ook probeerde om Casper naar binnen te leiden, verleiden met wat anders lekkers zat er niet in. Het voor hem lekkerste ding was ontsnapt.
Na een poosje snuffelen naar de sporen van de ontsnapte muis, sloop hij zachtjes de woonkamer binnen, richting gordijn. Hij schudde nog net niet zijn kopje ‘hoe kan dat nou?’
Sorry Caspertje, ik weet dat je dol bent op muisjes, maar als ik een muisje kan redden, dan doe ik dat. Ik ga niet zitten kijken hoe jij een muisje voor mijn ogen naar binnen werkt.
Nou, dat was dan ook klare taal. Waar het hele verhaal om draait is, nooit twijfelen als dieren iets met ons delen, iets willen vertellen, hoe ze zich voelen, wat ze nodig hebben. Case closed.
Glimlachend naar Casper kijkend, die zich ondertussen in één van zijn poezenmandjes had genesteld, ben ik de brokstukken gaan lijmen van het koploze Boeddhabeeldje, het was een cadeautje van mijn oudste dochter. De vraag die in mij naar boven komt is of dieren mee deel uitmaken van een programma binnen de matrix, net zoals wij?