Herken je wel eens dat je je als een emotionele stofzuiger voelt? Je zuigt als het ware zelf de emoties en gevoelens van mensen op en wel op een zodanige wijze dat jij die emoties en gevoelens ervaart, alsof ze van jezelf zijn.
Misschien denk je dat dit heel liefdevol is, maar eigenlijk is dit niet liefdevol naar jezelf toe en niet naar de ander.
Invoelen, de gevoelens van anderen begrijpen is iets anders dan het lijden van mensen naar binnenhalen zodat jij meelijdt.
Door mee te lijden wordt het leed van anderen niet beter. Het zorgt ervoor dat je minder in staat bent om de juiste ondersteuning te bieden. Je laat je meenemen door je eigen gevoelens. Hierdoor kan je je niet concentreren op de ervaring van de ander.
Medelijden wordt overwegend ervaren als een teken van begrepen en gezien worden. Vaak wordt in het medelijden een situatie in stand gehouden.
Het is zeker voor hulpverleners belangrijk om meelevende afstandelijkheid in acht te houden.
Het is belangrijk om vanuit een sterk inlevingsvermogen een situatie goed te kunnen inschatten, zonder jezelf te laten onderdompelen of verantwoordelijkheid op je te nemen, of een probleem te willen oplossen of te verbeteren.
Meelevende aandacht aan het leed van iemand is constructiever dan een probleem op te lossen. Ondersteuning en aanmoediging geven aan degene die lijdt, werkt op korte termijn krachtiger dan het heft uit handen te nemen.
Het is niet altijd gemakkelijk om in medeleven te staan, omdat we ook zelf aangeraakt kunnen worden in een soortgelijke pijn of ervaring. Soms zie je niet onmiddellijk vanwaar je eigen pijn komt en worden grenzen heel vaag. Zeker in een hulpverleningssituatie.
Hulpverlener zijn betekent niet dat er geen persoonlijke lagen meer aangepakt moeten worden. In gesprekken worden onderliggende dingen gespiegeld die mogelijk getriggerd en gereactiveerd worden.
We kennen in de hulpverlening overdracht en tegenoverdracht.
Tussen hulpverlener en cliënttherapeut ontwikkelen zich gevoelens naar elkaar toe. Sommige gevoelens hebben met de actualiteit te maken, met het ingebrachte probleem. Andere gevoelens hebben meer te maken met het verleden van de cliënt en/of therapeut. De gevoelens van de cliënt naar therapeut noemen we overdrachtsgevoelens: de cliënt ervaart de therapeut zoals hij belangrijke personen uit zijn verleden ervoer in vergelijkbare (stressvolle) situaties. De gevoelens van therapeut naar de cliënt noemen we tegenoverdracht.
Door liefdevolle nabijheid en distantie te cultiveren, worden we bevrijd van ‘sympathiepijn’. We zijn in staat om werkelijk met volle aandacht bij anderen betrokken te zijn door de juiste ondersteuning, aanmoediging en troost te bieden.
Warme groet
Mieke Box 45
www.miekecoigne.com